Toen na de vorst eind februari de temperatuur flink opliep, waren de eerstelingen al gauw gespot. Op verscheidene plaatsen waren de eerste veldleeuweriken hoog in de lucht hun liedje aan het zingen, de lente komt, de lente komt. Een wat bijzondere vogel, die de laatste jaren ook regelmatig gezien wordt, is de wulp. Dit voorjaar zijn ze al op acht plekken in dit gebied waargenomen.
De meest algemene weidevogel hier is natuurlijk de kievit. Overwinterend in groepen, maar bij de eerste voorjaarszon scheiden ze zich af in paartjes op zoek naar geschikt bouwland voor ??het bouwen? van een nestje. Nou ja, bouwen, meestal niet meer dan een kuiltje in het zand met een paar bij elkaar geraapte strootjes. Luid roepend, kievit, kievit, baltsend achter elkaar aan, of de zwarte kraaien wegjagend, is al gauw te zien waar ze hun nestje hebben. Inmiddels zijn de eerste kievitsnesten alweer gemeld in Nederland. In de Meilanden laten we de nesten zoveel mogelijk ongemoeid. Alleen wanneer we een seintje krijgen dat de boer gaat ploegen, bemesten, zaaien of maaien, speuren we het land af en plaatsen stokken, opdat de boer kan zien waar omheen gereden moet worden. Ook maken we afspraken met de boeren voor uitgesteld maaibeleid, waarbij boeren een vergoeding krijgen om niet eerder dan bijvoorbeeld 1 of 15 juni te gaan maaien. Hierdoor krijgen de jonge vogels nog meer kans om veilig op te groeien. Aan de vrijwilligers de taak om goed op te letten wat dan het uiteindelijke broedresultaat is. De Meilanden zijn jaarlijks goed voor een 35 paartjes Grutto??s. Benieuwd wat dit jaar weer mag brengen, dat we er tureluurs van mogen worden.